hit

Betekenis (Engels)

Concepten

slaan

raken

treffen

halen

inslaan

teisteren

houwen

klappen

kloppen

opvallen

slag

succes

meppen

stoot

hit

treffer

behalen

bereiken

inhalen

reiken tot

schlager

afranselen

doorkomen

klaarspelen

slagen

slagen voor

houw

veeg

furore

best-seller

overwinning

triomf

victorie

zege

smakken

bedragen

belopen

komen op

uitkomen op

zijn

afrossen

doorroeren

dorsen

omroeren

roeren

aanval

attaque

binnengaan

entree

heenweg

intrede

offensief

toegang

vlaag

toets

buis

kanaal

loop

pijp

roer

steel

aanbotsen

aanstoot geven

choqueren

geduwd worden

kwetsen

zich stoten

aangrijpen

beetkrijgen

beetnemen

bemachtigen

bemerken

confisqueren

gewaar worden

grijpen

in beslag nemen

konfiskeren

merken

pakken

vangen

vastgrijpen

vastpakken

vatten

verbeurd verklaren

vernemen

waarnemen

flap

klap

klets

klop

mep

schop

tik

intikken

intoetsen

vechten

aanslag

welslagen

beuk

getroffen

raden

steek

stommelen

tref

uitval

vooruitgang

Frequentie

A1
Uitgesproken als (IPA)
/hɪt/
Etymologie (Engels)

From Middle English hitten (“to hit, strike, make contact with”), from Old English hittan (“to meet with, come upon, fall in with”), from Old Norse hitta (“to strike, meet”), from Proto-Germanic *hittijaną (“to come upon, find”), from Proto-Indo-European *kh₂eyd- (“to fall; fall upon; hit; cut; hew”). Cognate with Icelandic hitta (“to meet”), Danish hitte (“to find”), Latin caedō (“to kill”), Albanian qit (“to hit, throw, pull out, release”).

Engels

Begin met het leren van Engels met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " hit " en vele andere woorden en zinnen in Engels .

Ga naar onze Engels cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions