win
Betekenis (Engels)
-
- An individual victory.
- (slang) A feat carried out successfully; a victorious achievement.
- (obsolete) Gain; profit; income.
- (obsolete) Wealth; goods owned.
Concepten
winnen
overwinning
behalen
verdienen
overwinnen
verwerven
zegevieren
verkrijgen
aanbrengen
aanwerven
buitmaken
werven
baat
gewin
verdienste
winst
bereiken
succes
zege
inhalen
reiken tot
veroveren
overreden
triomf
victorie
triomferen
zegepralen
overwinnen, verslaan
verslaan
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/wɪn/
Etymologie (Engels)
From Middle English winn, winne, from Old English winn (“toil, labor, trouble, hardship; profit, gain; conflict, strife, war”), from Proto-Germanic *winną (“labour, struggle, fight”), from Proto-Indo-European *wenh₁- (“to strive, desire, wish, love”). Cognate with German Gewinn (“profit, gain”), Dutch gewin (“profit, gain”).
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Engels met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " win " en vele andere woorden en zinnen in Engels .
Ga naar onze Engels cursuspagina