inhalen

Betekenis (Engels)

1. to fetch, bring in(side); harvest
2. to catch up (with)
3. to overtake, to pass (traffic)
4. to welcome, to receive warmly

Concepten

inhalen

behalen

bereiken

reiken tot

treffen

voorbijstreven

halen

inslaan

raken

teisteren

doorkomen

klaarspelen

slagen

slagen voor

herwinnen

verdienen

winnen

voor zijn

achter zich laten

voorbijsnellen

binnenhalen

belenden

besturen

brengen

geleiden

grenzen aan

leiden

leiden tot

resulteren

uitdraaien op

uitgaan

uitkomen

uitlopen

uitlopen op

uitstappen

uitstijgen

uittreden

voeren

volgen

voortkomen

voortspruiten

voortvloeien

oprapen

weer vangen

herkrijgen

voorbijgaan

voorbijlopen

overschijden

de oogst binnenhalen

gebeuren

passeren

beslaan

betrekken

impliceren

insluiten

omvatten

achterhalen

Met koppelteken als

in‧ha‧len

Uitgesproken als (IPA)

/ˈɪnˌɦaː.lə(n)/

Etymologie (Engels)

From in (“in”) + halen (“to fetch, get”).