fit
Betekenis (Engels)
-
- Suitable; proper.
- Adapted to a purpose or environment.
- In good shape; physically well.
- (informal,slang) Sexually attractive; good-looking; fanciable.
- Prepared; ready.
Concepten
aanpassen
aanval
vlaag
passen
aankleden
kleden
omkleden
staan
passend
attaque
offensief
beroerte
monteren
fit
aanbrengen
adapteren
rijmen
afstemmen
aanmaning
stuip
uitrusten
overeenstemmen
binnengaan
entree
heenweg
intrede
toegang
accommoderen
apoplexie
bestorming
charge
stormloop
aandoen
aannemen
aantrekken
accepteren
bekleden
bepleisteren
ontvangen
opbrengen
opleggen
overtrekken
pleisteren
stukadoren
congruent zijn
elkaar dekken
zich aanpassen
geschikt zijn
in overeenstemming zijn
in overeenstemming brengen
deugen
behoorlijk
bruikbaar
gepast
geschikt
gezond
zetten
pasvorm
schikken
accorderen
beamen
bevlieging
competent
fitten
geconditioneerd
stellen
toeval
voegen
voorzien
gaan zitten
plaatsnemen
nakomen
betamen
harmoniseren
goedkeuren
overeenkomen
samenhangen
toestemmen
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/fɪt/
Etymologie (Engels)
Possibly from Middle English fit (“an adversary of equal power”).
fight
-
- Senses relating to physical conflict:
- Senses relating to physical conflict:
- Senses relating to physical conflict:
- Senses relating to physical conflict:
- Senses relating to physical conflict:
- To strive for something; to campaign or contend for success.
- To try to overpower; to fiercely counteract.
- Of colours or other design elements: to clash; to fail to harmonize.
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Engels met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " fit " en vele andere woorden en zinnen in Engels .
Ga naar onze Engels cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes
Questions