arrange

Betekenis (Engels)

Verb

1. To set up; to organize; to put into an orderly sequence or arrangement.
2. To plan; to prepare in advance.
3. To prepare and adapt an already-written composition for presentation in other than its original form.

Noun

rearranged rendition of a song; arrangement

Concepten

regelen

arrangeren

ordenen

aanrichten

organiseren

schikken

accommoderen

inrichten

terechtbrengen

uitschrijven

afspreken

aanpassen

de weg wijzen

geleiden

leiden

opruimen

reglementeren

reguleren

rondleiden

ruimen

stemmen

vereffenen

systematiseren

overeenkomen

beschikken

componeren

in orde brengen

rangschikken

vlijen

plaatsen

aanleggen

fitten

installeren

corrigeren

verbeteren

verstellen

Uitgesproken als (IPA)

/əˈɹeɪnd͡ʒ/

Etymologie (Engels)

Inherited from Middle English arengen, arrangen (“to draw up a battle line”), borrowed from Old French arengier, arrangier (“to put in a line, put in a row”), derived from reng, rang, ranc (“line, row, rank”), from Frankish *hring (“ring”), from Proto-Germanic *hringaz, ultimately from Proto-Indo-European *(s)krengʰ-, a form of Proto-Indo-European *(s)ker- (“to turn, bend”).