miss
Betekenis (Engels)
-
- To fail to hit.
- To fail to achieve or attain.
- To avoid; to escape.
- To become aware of the loss or absence of; to feel the want or need of, sometimes with regret.
- To fail to understand;
- To fail to notice; to have a shortcoming of perception; overlook.
- To fail to attend.
- To be late for something (a means of transportation, a deadline, etc.).
- To be wanting; to lack something that should be present.
- (slang) To spare someone of something unwanted or undesirable.
- To fail to help the hand of a player.
- To fail to score (a goal).
- (obsolete) To go wrong; to err.
- (obsolete) To be absent, deficient, or wanting.
Concepten
missen
mislopen
juffrouw
misgrijpen
verzuimen
ontwijken
misser
mislukking
nalaten
uitlaten
weglaten
verzaken
mejuffrouw
niet snappen
verlangen
spijt hebben over
overslaan
misgrijpen
vrijster
mankeren
ontbreken
schorten
in gebreke blijven
misschieten
ergens
kijken
lezen
niet
overheen
snappen
ontberen
misslaan
weigeren
griet
grietje
meid
meidje
meisje
meiske
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/mɪs/
Etymologie (Engels)
From Middle English missen, from Old English missan (“to miss, escape the notice of a person”), from Proto-West Germanic *missijan, from Proto-Germanic *missijaną (“to miss, go wrong, fail”), from Proto-Indo-European *meytH- (“to change, exchange, trade”). Cognate with West Frisian misse (“to miss”), Dutch missen (“to miss”), German missen (“to miss”), Norwegian Bokmål and Danish miste (“to lose”), Swedish missa (“to miss”), Norwegian Nynorsk and Icelandic missa (“to lose”).
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Engels met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " miss " en vele andere woorden en zinnen in Engels .
Ga naar onze Engels cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes