net

Bedeutung

Noun

1. (neuter) net (mesh)
2. (neuter) net (device for catching and trapping)
3. (neuter) television channel
4. (neuter) television network
5. (neuter) omentum, caul
6. (neuter) a network, especially the Internet

Adj

1. clean, tidy
2. decent, proper

Adv

1. tidily, neatly
2. decently, properly
3. just, nearly, barely
4. just recently

Ausgesprochen als (IPA)

/nɛt/

Etymologie

From Middle Dutch net, nette, from Old Dutch *net, *netti, from Proto-Germanic *natją, from Proto-Indo-European *ned- (“to turn, twist, knot”).

Sätze

Die brief heb ik dus net vandaag gestuurd .

Also habe ich diesen Brief heute einfach geschickt.

Het toernooi was net begonnen , maar het team moest al naar huis .

Das Turnier hatte gerade begonnen, aber das Team musste nach Hause gehen.

De vloer van het hotel was net schoongemaakt .

Der Boden des Hotels war gerade gereinigt worden.

De ziekenwagen kwam net te laat .

Der Krankenwagen kam nur zu spät.

Haar vader is schrijnwerker en hij is net van job veranderd .

Ihr Vater ist Schreiner und er hat gerade den Job verändert.

De slagboom sloot net voordat hij aankwam .

Die Barriere schloss kurz vor ihrer Ankunft.

Fiscale statistieken worden , net als alle andere statistieken, vaak herzien .

Wie alle anderen Statistiken werden häufig Steuerstatistiken überarbeitet.

Ik heb net alle seizoenen van “Friends” in één ruk uitgekeken .

Ich habe mich auf einmal auf alle Jahreszeiten von "Freunden" gefreut.