ook

Bedeutung (Englisch)

1. also, too, moreover
2. (with-negation) either
3. -ever
4. particle for emphasis

Konzepte

auch

ebenfalls

gleichfalls

allerdings

freilich

immerhin

ja

ja doch

zwar

wohl

ebenso

ebenso gern

doch

übermäßig

genauso

allzu

ebensogern

zu

Synonyme

eveneens

evenzeer

mede

tevens

immers

zeker

evenzo

wel

toch

evenzу

alsook

nog wel

ja

jawel

mee

nog

ook niet

overdreven

zelfs

evenals

Ausgesprochen als (IPA)

/oːk/

Etymologie (Englisch)

From Middle Dutch ôoc, from Old Dutch ōk, auk, from Proto-West Germanic *auk, from Proto-Germanic *auk.

Sätze

En ook hebben we inderdaad te maken met een groot aantal problemen .

Und wir müssen uns auch mit einer großen Anzahl von Problemen befassen.

Dan willen jonge mensen ook weer in de dorpen blijven wonen .

Dann wollen junge Menschen wieder in den Dörfern leben.

Het is ook in hun gezamenlijk belang .

Es ist auch in ihrem gemeinsamen Interesse.

Daaruit blijkt echter ook wel hoe hij zijn rol in deze situatie ziet .

Es zeigt jedoch auch, wie er seine Rolle in dieser Situation sieht.

Ik zal ook de andere onderdelen van deze activiteiten nog vermelden .

Ich werde auch die anderen Teile dieser Aktivitäten angeben.

Misschien zijn we wat het economisch bestuur betreft ook te geduldig geweest .

Vielleicht waren wir auch in Bezug auf die Wirtschaftsverwaltung zu geduldig.

En natuurlijk ook op basis van respect voor de mensenrechten en de menselijke solidariteit.

Und natürlich auch auf der Grundlage der Respekt vor Menschenrechten und menschlichen Solidarität.

De rapporteur wijst hier terecht op , maar wij hebben ook een zekere ervaring opgedaan .

Der Berichterstatter weist hier darauf hin, aber wir haben auch eine bestimmte Erfahrung gesammelt.