daar

Bedeutung (Englisch)

Adv

1. there
2. (adverb, form-of, pronominal) pronominal adverb form of dat; that

Conj

since (preceding a reason why something is like it is)

Konzepte

da

dort

weil

denn

drüben

da drüben

daselbst

wie

obgleich{conj}

als

wie{conj}

dort drüben

für

gleich

hier

indem

in gleichem Maße

wegen

Synonyme

omdat

aangezien

ginds

want

ginder

vermits

wijl

daarginds

d’r

aldaar

er

doordat

’r

hier

hoe

gezien

even

gelijkelijk

hier is

gelijk

zo

daar is

der

dewijl

als

Ausgesprochen als (IPA)

/daːr/

Etymologie (Englisch)

Geerbt von Mittelniederländisch: dâer

Geerbt von Old Dutch: thār

In summary

From Middle Dutch dâer, from Old Dutch thār, from Proto-West Germanic *þār.

Sätze

Daar heb ik niets op tegen .

Ich habe nichts dagegen.

Maar daar gaat het helemaal niet om .

Aber das ist überhaupt nicht der Punkt.

Maar daar blijft het niet bij .

Aber das ist nicht der Fall.

Daar hebben wij zorgen over .

Wir machen uns darüber Sorgen.

Dus daar moeten we ons aan houden .

Also müssen wir uns daran festhalten.

Daar moeten we mee beginnen .

Wir müssen damit beginnen.

Wij zijn daar nu trouwens weer mee bezig .

Wir arbeiten jetzt wieder daran.

Stelt u zich eens voor wat daar gebeurt .

Stellen Sie sich vor, was dort passiert.