even

Bedeutung

Adv

1. shortly, briefly
2. for a short period, for a while
3. for a moment; modal particle indicating that the speaker expects that something will require little time or effort.
4. just as, to the same degree (used with an adjective)
5. (Netherlands) quite, rather

Adj

even, opposite of odd

Ausgesprochen als (IPA)

/ˈeː.və(n)/

Etymologie

From Middle Dutch even, effen, from Old Dutch *evan, from Proto-West Germanic *ebn, from Proto-Germanic *ebnaz.

Sätze

Ik ga nog even wat water halen .

Ich werde etwas Wasser bekommen.

Zijn die twee jongens even groot ?

Sind diese beiden Jungen die gleiche Größe?

Sta me toe er even verder op in te gaan .

Lassen Sie mich ein wenig weiter darauf eingehen.

Daarvoor moeten we even terug in de geschiedenis .

Dafür müssen wir in die Geschichte zurückkehren.

Het was mooi om te zien dat ze elkaar na al die jaren nog even graag zagen .

Es war schön zu sehen, dass sie sich nach all den Jahren immer noch gern hatten.

Wacht even , ik kom dadelijk wel .

Warte eine Minute, ich werde bald kommen.

Ik moet nog even opmerken dat we genoten hebben van het concert .

Ich muss sagen, dass wir das Konzert genossen haben.

Het was even schrikken , maar dat is natuurlijk het doel van een spookhuis .

Es war ein Schock, aber das ist natürlich das Ziel eines Spukhauss.