nog

Bedeutung

1. still, as before
2. yet
3. more, in addition
4. to indicate the time is soon, soon after another event or within the same timespan → as early as, already
5. to indicate the time is recent or just before another event → as recently as, as late as, just

Ausgesprochen als (IPA)

/nɔx/

Etymologie

From Middle Dutch noch, from Old Dutch noh (“until now, still”), from Proto-West Germanic *noh, from Proto-Germanic *nuh (“still”, literally “now too”), from Proto-Indo-European *nu (“now”) + *-kʷe- (“and, also”).

Sätze

Dit wilde ik nog gezegd hebben .

Ich wollte das gesagt haben.

Ik ga nog even wat water halen .

Ich werde etwas Wasser bekommen.

Ik noem nog een paar andere punten .

Ich erwähne ein paar andere Punkte.

Hoe kunnen we nog sneller reageren ?

Wie können wir noch schneller reagieren?

Bestaat de senaat nog ?

Existiert der Senat noch?

Vervolgens zou ik nog kort iets willen zeggen over de crisis .

Dann möchte ich kurz etwas über die Krise sagen.

Wellicht vindt ik nog ergens een gaatje in mijn agenda .

Vielleicht finde ich irgendwo in meiner Tagesordnung immer noch ein Loch.

In het verleden is er nog al eens iets misgegaan op deze afdeling .

In der Vergangenheit ist in dieser Abteilung etwas bereits schief gelaufen.