al

Bedeutung

Det

all, all of

Adv

1. already
2. yet
3. (obsolete) emphatic modifier of adverbs

Conj

even if

Ausgesprochen als (IPA)

/ɑl/

Etymologie

From Middle Dutch al, from Old Dutch al, from Proto-West Germanic *all.

Sätze

Drie weken later voelde hij zich al veel beter .

Drei Wochen später fühlte er sich viel besser.

En we lopen al achter schema .

Und wir stehen bereits hinter dem Zeitplan.

De gewone burgers lopen al jaren rond met dat beeld .

Die normalen Bürger sind seit Jahren mit diesem Bild herumgelaufen.

Er is nog steeds tijd , al begint die wel te dringen .

Es ist noch Zeit, obwohl es anfängt zu eindringen.

Internet bereikt echter een deel van de bevolking dat al geïnteresseerd is .

Das Internet erreicht jedoch einen Teil der bereits interessierten Bevölkerung.

Verzamel je al die statistieken zelf ?

Sammeln Sie all diese Statistiken selbst?

In het verleden is er nog al eens iets misgegaan op deze afdeling .

In der Vergangenheit ist in dieser Abteilung etwas bereits schief gelaufen.

Dat is al de tweede kras op mijn horloge .

Das ist schon der zweite Kratzer auf meiner Uhr.