allemaal

Bedeutung

all, everyone

Mit Bindestrich als

al‧le‧maal

Ausgesprochen als (IPA)

/ˈɑləˌmaːl/

Etymologie

From earlier altemaal, from Middle Dutch altemȃle (“all at once; altogether”). Compare helemaal and German allemal.

Sätze

We zijn het praktisch allemaal met elkaar eens .

Wir sind alle praktisch einverstanden.

Ik hoop dat het een prioriteit is voor ons allemaal .

Ich hoffe, es ist eine Priorität für uns alle.

Ik ben tot de conclusie gekomen dat het allemaal best ingewikkeld is .

Ich bin zu dem Schluss gekommen, dass alles ziemlich kompliziert ist.

De spoorwegen moeten dat allemaal betalen .

Die Eisenbahnen müssen alle dafür bezahlen.

Ze dachten allemaal dat het een vallende ster was .

Sie alle dachten, es sei ein fallender Stern.

Het agentschap helpt ons allemaal om tot een gemeenschappelijk perspectief te komen .

Die Agentur hilft uns, eine gemeinsame Perspektive zu erreichen.

De kinderen zaten allemaal in kleermakerszit op de grond .

Die Kinder saßen alle in einem Kreuzmacher auf dem Boden.

De kinderen eisten allemaal een ijsje .

Die Kinder forderten alle ein Eis.