op

Senso

Adv

1. up
2. (postpositional) onto, up onto
3. Used in separative verbs meaning “to go away” with rude connotations.

Prep

1. on, upon
2. bar, except Used to form ordinal numbers in relation to a superlative quality. The number that is used is 1 lower than in the English translation.

Adj

1. (not-comparable,predicative) up, awake, out of bed
2. (not-comparable,predicative) up, all gone, no more, finished

Pronunciato come (IPA)

/ɔp/

Etimologia

From Middle Dutch op, from Old Dutch up, from Proto-Germanic *upp.

Frasi

Op dit gebied gaan de zaken dus de goede kant op .

Quindi le cose stanno andando nella giusta direzione in quest'area.

Dus moeten we ons voorbereiden op de jaren die komen .

Quindi dobbiamo prepararci per gli anni che arrivano.

Wat staat er op de planning voor dit weekend ?

Cosa è previsto per questo fine settimana?

Op dat gebied is het probleem niet verbeterd .

Il problema non è stato migliorato in quella zona.

Ze zouden eens wat meer liedjes moeten draaien op de radio in plaats van altijd die commentaar .

Dovrebbero suonare altre canzoni alla radio piuttosto che sempre quel commento.

In het verleden is er nog al eens iets misgegaan op deze afdeling .

In passato qualcosa è già andato storto in questo dipartimento.

De sfeer op hun departement was vijandig .

L'atmosfera nel loro dipartimento era ostile.

Er moet op dit gebied verdere actie worden ondernomen .

Ulteriori azioni devono essere intraprese in questo settore.