ieder

Senso

Det

1. each
2. any

Pron

everybody, everyone

Etimologia

From Middle Dutch ieder, jeder, from Old Dutch *iowether, *iother. A compound of io (“always”) (from Proto-Germanic *aiw) + wether (“whether”) (from Proto-Germanic *hwaþeraz). Cognate with English either, German jeder.

Frasi

Gaan jullie ieder jaar met de auto op reis ?

Viaggi in auto ogni anno?

We geven in ieder geval geen steun aan .

In ogni caso, non diamo supporto.

Je hebt in ieder geval minstens tienduizend uur aan gesproken tekst nodig .

Hai bisogno di almeno diecimila ore di testo parlato.

Ieder huisje heeft zijn kruisje .

Ogni casa ha la sua croce.

De lift stopt op ieder verdiep .

L'ascensore si ferma ad ogni piano.

Als student heeft hij ieder jaar in een ander kot gezeten .

Come studente, è stato in una stanza diversa ogni anno.

Ieder jaar valt de ramadan op een andere datum .

Il Ramadan cade in una data diversa ogni anno.

De rivier overstroomde bijna ieder jaar tot ze uiteindelijk een nieuwe dijk gebouwd hebben .

Il fiume si è allagato quasi ogni anno fino a quando non hanno finalmente costruito una nuova diga.