pakken

Betekenis (Engels)

Verb

1. (transitive) to grab, to take
2. (transitive) to get, to fetch
3. (transitive) to pack, to compact
4. (transitive) to wrap up
5. (transitive, vulgar) to fuck

Noun

plural of pak

Synoniemen

nemen

vangen

vatten

grijpen

vastpakken

beetnemen

beetkrijgen

halen

inpakken

aanvatten

oprapen

emballeren

verwerven

bemachtigen

inslaan

lуskrijgen

met moeite verkrijgen

oppakken

vastgrijpen

aangrijpen

teisteren

meenemen

waarnemen

weghalen

wegnemen

benemen

afnemen

afpakken

begrijpen

bemerken

confisqueren

gebruiken

gewaar worden

in beslag nemen

kiezen

konfiskeren

kopen

🛍️

merken

onderscheppen

ontnemen

opscheppen

raken

scheppen

snappen

treffen

verbeurd verklaren

vernemen

Uitgesproken als (IPA)

/ˈpɑkə(n)/

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Middelnederlands: packen

Verwant aan Fries: pakke

Verwant aan Saterfries: pakje

In summary

From Middle Dutch packen. Equivalent to pak + -en. Cognate with West Frisian pakke (“to take, grip”), Saterland Frisian pakje (“to grab, take”), German Low German packen (“to grab”).

Zinnen

Als je iets wil moet je het pakken .

If you want something, you have to take it.

Al deze aspecten getuigen van een werkelijke wil om discriminatie aan te pakken .

All these aspects reveal a clear desire to forge ahead.