beginnen

Betekenis (Engels)

to begin

Concepten

beginnen

aanvangen

starten

aanbinden

aanbreken

aanknopen

de eerste stap zetten

de spits afbijten

opnemen

opzetten

intreden

komen

overgaan

gaan

initiëren

een aanvang nemen

aan komen lopen

aan land gaan

aan wal komen

aanhaken

aankaarten

aanklampen

aanlanden

aanpakken

aansnijden

aanspreken

beginnen met

enteren

landen

stoten op

toespreken

toetreden

vasthaken

zich stoten aan

ingaan

openen

aanvang

begin

vertrekken

wagen

aanvatten

entameren

instellen

inzetten

van start gaan

Met koppelteken als

be‧gin‧nen

Uitgesproken als (IPA)

/bəˈɣɪnə(n)/

Etymologie (Engels)

From Middle Dutch beginnen, from Old Dutch biginnan, from Proto-West Germanic *biginnan, from Proto-Germanic *biginnaną.

Zinnen

Daar moeten we mee beginnen .

That has to be our starting point.

Rijke kinderen beginnen toch met een voorsprong .

Wealthy children start with a head start.

Ik ga beginnen met een aperitiefje .

I'm going to start with an aperitif.

Dan nu over de zaak zelf: ik wil bij het laatste punt beginnen .

As regards the matter at hand, I would like to begin with the last point.

Je mag al beginnen met de tomaten in blokjes te snijden .

You can already start dicing the tomatoes.

Ik wil om te beginnen de grondgedachte achter het voorstel uiteenzetten .

Let me first explain the rationale of the proposal.