waar

Senso (Inglese)

Adv

1. (interrogative) where, in which place
2. (relative) where, the place that
3. (interrogative) what, which thing
4. (relative) what, that which

Adj

1. (not-comparable) true
2. (not-comparable) authentic
3. (not-comparable) legitimate

Noun

a commodity, ware, merchandise, product

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of waren:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of waren:
3. (form-of,imperative) inflection of waren:

Pronunciato come (IPA)

/ʋaːr/

Etimologia (Inglese)

From Middle Dutch wāer, from Old Dutch *war, from Proto-West Germanic *hwār, from Proto-Germanic *hwar. Cognate with English where.

Frasi

Waar hebben we ze voor nodig ?

Per cosa abbiamo bisogno?

Dat is niet het punt waar het om gaat .

Non è questo il punto che conta.

Waar zijn jullie verantwoordelijk voor ?

Di cosa sei responsabile?

Goedenavond , waar kan ik je mee van dienst zijn ?

Buonasera, cosa posso essere al servizio?

Waar kan ik terecht als burger ?

Dove posso andare come cittadino?

Waar ze wel op gebaseerd zijn , is niet te achterhalen .

Ciò su cui si basano non può essere rintracciato.

Waar zijn de toiletten ?

Dove sono i bagni?

Die derde mogelijkheid was , dat men mocht stemmen waar men wilde stemmen .

Quella terza possibilità era che le persone potessero votare dove le persone volevano votare.