voor

Meaning

Prep

1. for
2. before
3. in front of

Conj

before

Noun

pro, advantage, upside, positive

Noun

furrow

Pronounced as (IPA)

/voːr/

Etymology

From Middle Dutch vore, vor, voor, from Old Dutch fora, fore, from Proto-West Germanic *forē, from Proto-Germanic *furai. There were originally two distinct Germanic forms, *furai and *furi, which functionally merged in most Germanic languages, including Dutch. The form derived from the former became standard in Dutch, while the latter survives as the dialectal form veur.

Sentences

Stelt u zich eens voor wat daar gebeurt .

We have to imagine what is happening over there.

Toch lijkt de ziekte voor veel mensen niet te bestaan .

But a lot of people act as if AIDS does not exist.

Mijn vraag is recht voor de raap .

The question is straightforward.

Deze stof staat echter voor een groep van ongeveer honderd andere stoffen .

However, this substance represents a group of around a hundred others.

Hij is veroordeeld voor obstructie van het onderzoek .

He was convicted of obstruction of the investigation.

Wie heeft de Nobelprijs voor Natuurkunde gewonnen dit jaar ?

Who won the Nobel Prize in Physics this year?

Anna heeft Eva en Fleur uitgenodigd voor een barbecue bij haar thuis .

Anna invited Eva and Fleur to a barbecue at her home.

En natuurlijk ook op basis van respect voor de mensenrechten en de menselijke solidariteit.

And also, of course, on respect for human rights and human solidarity.