in

Meaning

Adv

1. in, inside
2. (postpositional) into

Prep

in (expressing containment)

Adj

in style

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of innen:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of innen:
3. (form-of,imperative) inflection of innen:

Pronounced as (IPA)

/ɪn/

Etymology

From Middle Dutch in, from Old Dutch in, from Proto-Germanic *in.

Sentences

Niet met je schoenen in bed !

Not with your shoes in bed!

Nu ligt hier echter het voorstel in zijn huidige vorm .

The proposal is not now to be altered, however.

Dan willen jonge mensen ook weer in de dorpen blijven wonen .

Our concern here is that young people will also then stay in the villages again.

In dit opzicht acht ik het vooral belangrijk dat er duidelijkheid bestaat .

We must consolidate what already exists.

In dat licht is dit aanpassingsvoorstel volledig terecht .

That is why this proposal for amendment is appropriate.

Er is veel tijd in de voorbereiding van het jubileum gekropen .

A lot of time has gone into preparing for the anniversary.

Veiligheid is het allerbelangrijkste in de luchtvaart .

I would point out that safety is the priority in air transport.

Hoeveel parlementsleden zitten er in het parlement ?

How many parliamentarians are there in parliament?