abattre

to butcher; to slaughter for meat
to shoot dead
to cut down (a tree)
to destroy or demolish (a wall)
to fall down, especially of tall things, such as trees
to descend upon with violence or furor
to strike

neerslachtig maken

de moed ontnemen

terneerdrukken

verootmoedigen

de laatste adem uitblazen

de wereld verlaten

de poeper dichtknijpen

de doodssnik geven

gunstig stellen

vrede brengen

moedeloos maken

omver rijden

een orgasme hebben

aan zijn gerief komen

de grond in boren

kleiner worden

neerstrijken

tevreden stellen

vloeibaar maken

achteroverslaan

de eeuwigheid in gaan

de grote reis aanvaarden

het leven laten

ad patres gaan

faire tomber

se retrouver

couper en morceaux

faire chavirer

faire un rabais

mettre un terme à

passer l’arme à gauche

vendre à perte

couper en bandes

payer sa dette à la nature

dévisser son billard

casser sa queue de billard

faire verser

avoir un orgasme

faire un massacre de

laisser porter

être capable de

faire l’école buissonnière

mettre fin à

Inherited from Middle French abattre, from Old French abatre, from Late Latin abbattere, from Latin battere.

abattre

Betekenis (Engels)

Concepten

Synoniemen

Frequentie

Uitgesproken als (IPA)

/a.batʁ/

Etymologie (Engels)

Toon populariteit in de loop van de tijd

Begin met het leren van Frans met learnfeliz .

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions