afslaan

Betekenis (Engels)

  1. (transitive) to decline, to reject
  2. (intransitive) to halt, to stop, to switch off
  3. (intransitive) to turn, to take off in a direction perpendicular to the one one was travelling in before
  4. (transitive) to strike off
  5. (dialectal,transitive) to beat up

Concepten

afslaan

verwerpen

weigeren

afwijzen

nee zeggen tegen

wraken

terugslaan

afkeuren

terugwijzen

vertikken

heruitzenden

retourneren

terugbezorgen

terugsturen

verdringen

afweren

neerslaan

afwijken

pareren

terugstoten

stoppen

braken

kotsen

ontzenuwen

overgeven

spugen

terugdringen

vergooien

weerleggen

weggooien

wegwerpen

weren

verdrijven

afstoten

ciseleren

het oneens zijn

uitdrijven

verduwen

verjagen

wegdrijven

wegdringen

wegduwen

wegjagen

wegstoten

afstand doen

afzien

laten varen

inkrimpen

verminderen

aftrekken

korten

korting geven

debatteren

blijven staan

halthouden

stilhouden

stilstaan

vomeren

afhakken

er vandoor gaan

weggaan

ophouden

buigen

dalen

lager worden

naar beneden gaan

neerlaten

neigen

teruglopen

verlagen

zakken

afmaken

afmatten

neerschieten

omhakken

omvallen

slachten

slopen

uitputten

vellen

verslaan

verachten

Frequentie

C2
Met koppelteken als
af‧slaan
Uitgesproken als (IPA)
/ˈɑfslaːn/
Etymologie (Engels)

From Middle Dutch afslaen. Equivalent to af + slaan.

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Nederlands

Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " afslaan " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .

Ga naar onze Nederlands cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions