doorgaan

Betekenis (Engels)

to go through (with), to proceed, to continue

Concepten

doorgaan

voortzetten

verdergaan

verder gaan met

vervolgen

voortgaan

afleggen

aflopen

gaan door

duren

voortduren

continueren

overhouden

ruggesteunen

schoren

schragen

bedaren

bevangen

delven

doodmaken

geruststellen

kalmeren

kleinmaken

neerkomen

ombrengen

opduikelen

opgraven

overwinnen

putten uit

rooien

uitgraven

winnen

wippen

zegevieren

aanhouden

beklijven

blijven

standhouden

renoveren

terugvoeren

uitgeleide doen

uitlaten

vernieuwen

behouden

bergen

bewaren

conserveren

dragen

onderhouden

ondersteunen

steunen

afbreken

afhakken

afhouwen

afkappen

afslachten

de moed ontnemen

deprimeren

doden

doodschieten

fnuiken

fusilleren

kappen

neerdrukken

neerhalen

neerslachtig maken

neervellen

omhakken

omkappen

ontmoedigen

slachten

slopen

terneerdrukken

uitputten

vellen

vernederen

verootmoedigen

verslaan

verzwakken

doorkruisen

doorlezen

rijden door

overleven

slaan

zich

erdoorheen

Met koppelteken als

door‧gaan

Uitgesproken als (IPA)

/ˈdoːrɣaːn/

Etymologie (Engels)

From Middle Dutch doregaen. Equivalent to door + gaan; cognate with German durchgehen and obsolete English thoroughgo.

Zinnen

Dat dit nog lang moge zo doorgaan .

Long may this continue.