nur

Betekenis

Adv

1. only, just, merely, simply
2. ever; at all
3. however, though

Conj

but

Uitgesproken als (IPA)

/nuːɐ̯/

Etymologie

From late Middle High German nuor, contracted from older niwer, newære, from Old High German niwāri, ni wāri (“were it not”). Cognate with Yiddish נאָר (nor), Dutch maar, Old English nǣre.

Zinnen

Seine Rede kann man nur als zynisch bezeichnen .

Zijn toespraak kan alleen worden omschreven als cynisch.

Das Gesetz gibt hier nur einen Mindestbetrag vor .

De wet biedt hier slechts een minimumbedrag.

Nicht nur körperlich , auch psychisch hat der Sport daher positive Auswirkungen .

Niet alleen fysiek, ook psychologisch heeft de sport daarom positieve effecten.

Diese Unternehmen sind bisher nur im Güterverkehr tätig .

Tot nu toe zijn deze bedrijven alleen actief geweest in vrachtvervoer.

Doch liegen bisher nur wenige Projekte von Nichtregierungsorganisationen vor .

Tot nu toe zijn er echter slechts enkele projecten van niet -gouvernementele organisaties.

Das Unterhaus wurde gewählt , doch nur von Teilen des Volkes .

Het lagerhuis werd gekozen, maar alleen door delen van de mensen.

Bestimmte Vorgänge in der Politik lassen sich nur durch Geldköfferchen erklären .

Bepaalde processen in de politiek kunnen alleen worden verklaard door geld.

Es existieren nur wenige historische und moderne Exemplare dieses Instruments .

Er zijn slechts enkele historische en moderne kopieën van dit instrument.