attach

Betekenis (Engels)

To fasten, to join to (literally and figuratively).
To adhere; to be attached.
To come into legal operation in connection with anything; to vest.
To win the heart of; to connect by ties of love or self-interest; to attract; to fasten or bind by moral influence; with to.
To connect, in a figurative sense; to ascribe or attribute; to affix; with to.
(obsolete) To take, seize, or lay hold of.
(obsolete) To arrest, seize.

vastmaken

aanhechten

tuigeren

vasthaken

aanhaken

onderbinden

in acht nemen

in toepassing brengen

stoten op

voor het gerecht dagen

zetten

zich stoten aan

vasthechten

overstag gaan

zich houden aan

trouw blijven aan

aan komen lopen

aanlanden

aan land gaan

aansnijden

aan wal komen

beginnen met

bijgaand

distrain

tie on

stick on

hitch on

hook on

put onto

be attached

sew on

slide in

make use of

mix with

stick to the pan

stitch together

turn to account

adhere to

bind together

fix on

get closer

hold in place

keep together

pin on

tie together

keep something in mind

strap on

put in position

daisy-chain

stick fast to

tail after someone

lash together

tack on

place or put on

paste on

charging-up

attachment seizure of property

documents attached

tie jam

address

add to

collide with

crash into

edge in

endear

get stuck

hold in custody

Frequentie

Met koppelteken als

at‧tach

Uitgesproken als (IPA)

/əˈtæt͡ʃ/

From Middle English attachen, from Old French atachier, variant of estachier (“bind”), derived from estache (“stick”), from Frankish *stakkā, *stakō (“stick”), from Proto-Germanic *stakô (“pole, bar, stick, stake”). Doublet of attack. More at stake, stack.

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Begin met het leren van Engels met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " attach " en vele andere woorden en zinnen in Engels .

Ga naar onze Engels cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions

Ga door met

Engels