binden
Betekenis (Engels)
- (transitive) to tie
- (transitive) to wrap
- (transitive) to bind (generally, legally/contractually)
- (intransitive) to bind, to thicken (of food)
Concepten
binden
verbinden
vastmaken
aansluiten
vastbinden
knopen
aanbinden
aaneensluiten
verdichten
koppelen
strikken
vastknopen
inbinden
samenbinden
aandrukken
bergen
bijschuiven
dringen
drukken
insluiten
knellen
nauwer aanhalen
opbergen
opsluiten
opwinden
persen
pressen
spannen
strekken
uitrekken
wegbergen
wegsluiten
aanbranden
bepalen
bevestigen
fixeren
meren
onderbinden
tuigeren
vastleggen
vaststellen
aanknopen
een knoop leggen
bijeenbinden
Frequentie
Met koppelteken als
bin‧den
Uitgesproken als (IPA)
/ˈbɪndə(n)/
Etymologie (Engels)
From Middle Dutch binden, from Old Dutch *bindan, from Proto-West Germanic *bindan, from Proto-Germanic *bindaną, from Proto-Indo-European *bʰendʰ-.
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " binden " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .
Ga naar onze Nederlands cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes
Questions