knot

🪢
Betekenis (Engels)

Concepten

knoop

knoest

knopen

knobbel

knol

knooppunt

geleding

kwast

dichtknopen

een knoop leggen

aanknopen

kanoet

aaneenknopen

buil

kluwen

bochel

bult

opzwelling

aansluiten

binden

vastbinden

vastmaken

verbinden

ganglion

zenuwknoop

samenknopen

fronsen

bluts

kanoetstrandloper

lis

lus

strik

dot

knot

vastknopen

wrong

slot

Frequentie

C1
Uitgesproken als (IPA)
/nɒt/
Etymologie (Engels)

From Middle English knotte, from Old English cnotta, from Proto-West Germanic *knottō, from Proto-Germanic *knuttô, *knudô (“knot”); (cognate with Old High German knoto (German Knoten, Dutch knot, Low German Knütte); compare also Old Norse knútr > Danish knude, Swedish knut, Norwegian knute, Faroese knútur, Icelandic hnútur). Probably ultimately from Proto-Indo-European *gnod- (“to bind”), compare Latin nōdus and its Romance descendants. Doublet of knout, node, and nodus. * (unit of speed): From the practice of counting the number of knots in the log-line (as it is paid out) in a standard time. Traditionally spaced at one every ¹⁄₁₂₀ of a mile.

Engels

Begin met het leren van Engels met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " knot " en vele andere woorden en zinnen in Engels .

Ga naar onze Engels cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions