stick

Betekenis (Engels)

Concepten

stok

kleven

staf

plakken

steken

vastkleven

aanhangen

blijven steken

stekken

pijp

fixeren

staafje

stokje

hechten

lijmen

tak

takje

neergooien

baar

paal

roede

schacht

spijl

stang

aansluiten

bepalen

bevestigen

tuigeren

vastmaken

vaststellen

verbinden

aanplakken

pikken

priemen

prikken

stikken

knuppel

stick

volhouden

wandelstok

twijg

bijblijven

blijven hangen

bakken

hengel

aanbinden

aanbranden

binden

meren

onderbinden

vastbinden

vastleggen

opplakken

overplakken

definiëren

omschrijven

indoen

inleggen

inschuiven

instoppen

inzetten

opvullen

schuiven

vullen

reep

lijmen

staaf

racket

slaghout

aanbakken

joint

stickie

reefer

beethebben

beplakken

bepleisteren

klemmen

knots

stuurknuppel

stuurtoestel

Frequentie

A2
Uitgesproken als (IPA)
/stɪk/
Etymologie (Engels)

From Middle English stikke (“stick, rod, twig”), from Old English sticca (“rod, twig”), from Proto-West Germanic *stikkō, from Proto-Germanic *stikkô, from Proto-Indo-European *(s)teyg- (“to pierce, prick, be sharp”). Cognate with Saterland Frisian Stikke (“stick”), West Flemish stik (“stick”). Related to stigma.

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Engels

Begin met het leren van Engels met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " stick " en vele andere woorden en zinnen in Engels .

Ga naar onze Engels cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions