lopen

Bedeutung (Englisch)

Verb

1. (Belgium, intransitive) to run, go fast on one's own legs
2. (Belgium, intransitive) to run, cover distance, follow a track etc.
3. (Netherlands, intransitive) to walk, go somewhere regardless of speed
4. (Netherlands, intransitive) to walk in general
5. (intransitive) to stretch, to run (to extend in space or through a range) (often of relatively elongated objects or constructs)
6. (intransitive) to be current, activated, in progress
7. (intransitive) to be doing or functioning (well or poorly), to progress
8. (intransitive) to lose liquid: drip, gush, leak
9. (auxiliary) Forms a continuous aspect.

Noun

1. (masculine, uncountable) a dry measure of content
2. (masculine, uncountable) an apparently larger land measure

Noun

plural of loop

loop

• Noun
• Verb

Mehr lesen

Konzepte

gehen

laufen

🚶

wandern

fahren

schreiten

marschieren

rennen

fließen

rinnen

strömen

treten

spazieren gehen

spazieren

kommen

treiben

promenieren

zu Fuß gehen

sich erstrecken

sich befinden

untergehen

untertauchen

unter Wasser gehen

unter Wasser kommen

verfehlen

verscheiden

💀

vorübergehen

vorüberziehen

wackeln

wandeln

zerstampfen

💷

durchwandern

🚶

einen Zahn zulegen

Gehen

herumtrampeln

Laufen

vorüberfahren

das Tempo angeben für

Schrittmacher sein

durcheilen

entlangrasen

durchlaufen

eilen

eindringen

eintauchen

fortgehen

gleiten

hereingehen

herumstrolchen

hineingehen

in den Abgrund stürzen

Synonyme

gaan

wandelen

stappen

rennen

verlopen

zich begeven

tippelen

🚶

marcheren

van stapel lopen

vlieten

karren

schrijden

varen

rijden

vloeien

stromen

hardlopen

slenteren

trekken

treden

spankeren

duiken

gesteld zijn

het maken

in de afgrond storten

loop

onderduiken

reiken

voorbijgaan

zich uitstrekken

zinken

er door gaan

sterven

💀

ingaan

hollen

heengaan

etage

duwen

binnenkomen

verdieping

vergaan

binnengaan

verscheiden

binnendringen

bejagen

zich vertreden

aan komen lopen

aanduwen

aan de wandel zijn

intreden

Übersetzungen

andar

🚶

walk

🚶

caminhar

🚶

marcher

🚶

camminare

🚶

run

caminar

🚶

go

courir

step

ir

correr

aller

andar

🚶

Ausgesprochen als (IPA)

/ˈloːpə(n)/

Etymologie (Englisch)

Geerbt von Mittelniederländisch: lôpen

Geerbt von Old Dutch: lōpan

Geerbt von Mittelniederländisch: loope

Verwandt mit Altenglisch: leap

In summary

From Middle Dutch lôpen, from Old Dutch lōpan, *loupan, from Proto-West Germanic *hlaupan, from Proto-Germanic *hlaupaną (“to run”).

Sätze

Zij lopen voor hun hele leven schade op .

Sie erleiden ihr ganzes Leben lang Schaden.

Naast het spoor lopen is erg gevaarlijk .

Walking next to the track is very dangerous.

Het is verboden om over de sporen te lopen .

Es ist verboten, auf den Spuren zu gehen.

En we lopen al achter schema .

Und wir stehen bereits hinter dem Zeitplan.

De gewone burgers lopen al jaren rond met dat beeld .

Die normalen Bürger sind seit Jahren mit diesem Bild herumgelaufen.

Mycroft heeft momenteel al zo'n programma lopen voor het Engels .

Mycroft hat derzeit ein solches Programm für Englisch.