self
Betekenis (Engels)
Tegenovergesteld aan
nonself
Synoniemen
one’s self
in-person
not adapted
not different
self same
not other than
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/sɛlf/
Etymologie (Engels)
In summary
From Middle English self, silf, sulf, from Old English self, seolf, sylf, from Proto-Germanic *selbaz. Cognates include Gothic 𐍃𐌹𐌻𐌱𐌰 (silba), German selbst and Dutch zelf.
Related words
Notes
Sign in to write sticky notes
Begin met het leren Engels met learnfeliz .
Oefen met het spreken en memoriseren van " self " en vele andere woorden en zinnen in Engels .