toch

Senso (Inglese)

1. still, nevertheless, anyway
2. after all, despite what was expected
3. yes, surely; implies a positive contradiction, used to contradict a negative.
4. In positive statements, a modal particle indicating certainty or emphasis, implying that the speaker considers his statement to be obvious.
5. In questions, a modal particle indicating uncertainty or sometimes worry, implying that the speaker hopes to be confirmed or reassured; may also be postpositioned as a tag question.; right? is that so?

Pronunciato come (IPA)

/tɔx/

Etimologia (Inglese)

From Middle Dutch toch, alteration of doch.

Frasi

Toch lijkt de ziekte voor veel mensen niet te bestaan .

Eppure per molte persone la malattia non sembra esistere.

Je blijft hier toch niet staan in de kou ?

Non stai qui al freddo, vero?

Rijke kinderen beginnen toch met een voorsprong .

I bambini ricchi iniziano con un vantaggio.

Oktober is toch de maand van de herfst .

Ottobre è il mese dell'autunno.

Toch transporteren ze de ziekte niet .

Eppure non trasportano la malattia.

Op de plaats van de moord hadden de onderzoekers een lege huls gevonden , maar toch was er niemand neergeschoten .

I ricercatori avevano trovato una manica vuota sul sito dell'omicidio, ma nessuno era stato colpito.

Ze overdrijven toch met hun heksenjacht .

Esagerano ancora con la loro caccia alle streghe.

Dat is toch wel puberaal gedrag .

Questo è un comportamento adolescenziale.