thick
Betekenis (Engels)
-
- Relatively great in extent from one surface to the opposite in its smallest solid dimension.
- Measuring a certain number of units in this dimension.
- Heavy in build; thickset.
- Densely crowded or packed.
- Having a viscous consistency.
- Abounding in number.
- Impenetrable to sight.
- Prominent, strong.
- Prominent, strong.
- (informal) Stupid.
- (informal) Friendly or intimate.
- Deep, intense, or profound.
- Detailed and expansive; substantive.
- Troublesome; unreasonable.
- (slang) Curvy and voluptuous, and especially having large hips.
Concepten
dik
dicht
dikke
dichte
gebonden
lijvig
troebel
gezet
gezette
dichtopeengepakt
dichtopeengepakte
zwaar
zware
slome
sloom
traag van begrip
onduidelijk
het vuur van de strijd
duister
vaag
corpulent
dom
stomp
lijvig
intens
viskeus
kras
mistig
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/θɪk/
Etymologie (Engels)
From Middle English thikke, from Old English þicce (“thick, dense”), from Proto-West Germanic *þikkwī, from Proto-Germanic *þekuz (“thick”), from Proto-Indo-European *tégus (“thick”). Cognates Cognate with Danish tyk (“thick”), Dutch dik (“thick”), Faroese tjúkkur (“thick”), German dick (“thick”), Icelandic þykkur (“thick”), Norwegian Bokmål tykk (“thick”), Norwegian Nynorsk tjukk (“thick”), Saterland Frisian tjuk (“thick”), Swedish tjock (“thick”). Related to Old Irish tiug (“thick”) and Welsh tew (“thick”).
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Engels met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " thick " en vele andere woorden en zinnen in Engels .
Ga naar onze Engels cursuspagina
Notes