was

Betekenis (Engels)

Pron

1. (interrogative) what
2. (relative) which; referring to the entire preceding clause
3. (relative) that, which; referring to das, alles, etwas, nichts, and neuter substantival adjectives
4. (colloquial, relative) that, which; referring to neuter singular nouns, instead of standard das
5. (colloquial, indefinite) something, anything; instead of standard etwas

Det

what; what kind of

Adv

1. (abbreviation, alt-of, clipping, colloquial) clipping of etwas
2. (colloquial, interrogative, poetic) why, what for; often expressing a personal concern about the matter

Concepten

wat

hetgeen

hè

ah

o

och

dat

Synoniemen

das

wie

welches

welcher

welche

dasjenige

der

wer

die

warum

diejenige

wie bitte

welchen

derjenige

👨

irgendein

irgendetwas

je

oha

Quantum

sie

👩

solange

was für ein

welch

wem

wen

weshalb

wessen

wieviel

woher

zu

was denn

was ein

welch ein

was sagtest du

was für eine

was von

aber

welche Sache

ach

als

bezüglich

bitte

damit

daß

dem

den

denen

es

etwas

für

Vertalingen

what

quoi

qué

che

que

que

cosa

that

che cosa

ne

quid

ماذا

τι

o que

Dialecten

Zürich

was

Appenzell Innerrhoden

was

Zürich

wo

Graubünden

was

Appenzell Innerrhoden

wa

Fribourg

was

Appenzell Ausserrhoden

was

Luzern

wo

Basel-Landschaft

waas

Bazel-Stad

was

Zürich

wass

Appenzell Ausserrhoden

wo

Bern

was

Basel-Landschaft

wo

Basel-Landschaft

was

Basel-Landschaft

wa

Basel-Landschaft

waaseli

Luzern

was

Gegevens verstrekt door: Deutsch-Schweizerdeutsches Wörterbuch

Uitgesproken als (IPA)

/vas/

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Middelhoogduits: waz

Overgenomen van Oudhoogduits: waz

Verwant aan Beiers: was

Verwant aan Silezisch Duits: woas

Verwant aan Nederlands: wat

Verwant aan Engels: what

Verwant aan Deens: hvad

In summary

From Middle High German waȥ, from Old High German waȥ, from Proto-West Germanic *hwat, from Proto-Germanic *hwat, from Proto-Indo-European *kʷod. Cognate with Dutch wat, Low German wat, English what, Danish hvad, Icelandic hvað.

Zinnen

Haben Sie was gesagt ?

Heb je iets gezegd?

Was hätte ich denn sonst machen sollen ?

Wat had ik nog meer moeten doen?

Du hast keine Ahnung , was er von dir hält !

Je hebt geen idee wat hij van je denkt!

Was aber ist die richtige Richtung ?

Maar wat is de juiste richting?

Es ist eine Schande , was passiert ist .

Het is jammer wat er is gebeurd.

Du solltest nicht alles glauben , was im Fernsehen gezeigt wird .

Je moet niet alles geloven dat op tv wordt getoond.