arrêter

Betekenis (Engels)

1. to halt; to stop
2. to settle; to conclude; to agree (upon)
3. to arrest (a criminal, etc)
4. to come to a stop
5. to wait

Concepten

stoppen

beëindigen

aanhouden

arresteren

ophouden

eindigen

stilleggen

afsluiten

afbreken

afmaken

besluiten

inrekenen

opheffen

stelpen

stopzetten

oppakken

einde

opbreken

staken

vatten

halthouden

grijpen

in verzekerde bewaring nemen

doen stoppen

afzetten

staande houden

vaststellen

tegenhouden

in hechtenis nemen

bij de lurven pakken

detineren

opgeven

hinderen

stilstaan

vinden

gevangenzetten

plaatsen

beetpakken

graaien

grissen

nemen

toegrijpen

vastgrijpen

vastnemen

pakken

vangen

bemachtigen

schrappen

verwijderen

aan zijn gerief komen

aflopen

een orgasme hebben

opgebruiken

aflaten

heengaan

afwerken

doden

dooddoen

ombrengen

opmaken

termineren

voltooien

onderbreken

begrijpen

bevatten

inzien

snappen

verstaan

beslissen

arbitreren

jureren

uitmaken

Uitgesproken als (IPA)

/a.ʁɛ.te/

Etymologie (Engels)

Inherited from Middle French arrester (“to stop”), from Old French arester (“to stay, stop”), from Vulgar Latin *arrestāre, from Latin ad- (“to”) + restō (“stop, remain behind, stay back”). Compare English arrest.

Zinnen

Rien ne pouvait nous arrêter .

Niets zou ons kunnen stoppen.