afsluiten
Betekenis (Engels)
- (transitive) to close off, seal
- (transitive) to conclude, to end, to terminate
Concepten
afsluiten
beëindigen
afmaken
besluiten
eindigen
ophouden
stoppen
uitmaken
voleindigen
op slot doen
stilleggen
belemmeren
dichtdoen
dichtmaken
sluiten
toedoen
afdammen
stuwen
versperren
aangaan
contracteren
einde
aflopen
aflaten
uitscheiden
voltooien
uitgaan
uitlopen
uitraken
verlopen
wijken
isoleren
afronden
beeindigen
finaliseren
afbreken
opbreken
opheffen
staken
stelpen
stopzetten
doorhalen
doorstrepen
een streep halen door
schrappen
barricaderen
tegenhouden
afzonderen
uitzetten
sterven
ten einde lopen
omheinen
omsluiten
salderen
vereffenen
heengaan
afwerken
doden
dooddoen
ombrengen
opmaken
termineren
culmineren
oprijen
Frequentie
Met koppelteken als
af‧slui‧ten
Uitgesproken als (IPA)
/ˈɑfslœy̯tə(n)/
Etymologie (Engels)
From af + sluiten.
'%3e%3c/path%3e%3c/g%3e%3cdefs%3e%3cmarker%20markerWidth='4.5'%20markerHeight='4.5'%20refX='2.25'%20refY='2.25'%20viewBox='0%200%204.5%204.5'%20orient='auto'%20id='SvgjsMarker4023'%3e%3cpolygon%20points='0,4.5%201.5,2.25%200,0%204.5,2.25'%20fill='white'%3e%3c/polygon%3e%3c/marker%3e%3c/defs%3e%3c/svg%3e)
Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " afsluiten " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .
Ga naar onze Nederlands cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes
Zinnen
Wij hebben de werkzaamheden niet 🚫 kunnen afsluiten met een eindresolutie over een overeenkomst .
We were not able to conclude the work with a final resolution on an agreement.
