nooit

Signification

never

Prononcé comme (IPA)

/noːit/

Étymologie

From Middle Dutch nooit. Equivalent to n- + ooit.

Phrases

Maar in de eerste plaats zou ik dat nooit hebben gedaan .

Mais en premier lieu, je n'aurais jamais fait cela.

Zij heeft nooit een tweede zit gehad .

Elle n'a jamais eu de deuxième siège.

Ik ben nooit veel naar de kerk geweest .

Je n'ai jamais beaucoup été à l'église.

In de klas kon ik mij nooit concentreren .

Je ne pourrais jamais me concentrer en classe.

Daar is om onverklaarbare redenen echter nooit een reactie op gekomen .

Cependant, il n'y a jamais eu de réponse pour des raisons inexplicables.

Ik zou nooit een kantoorbaan kunnen doen .

Je ne pourrais jamais faire de travail de bureau.

Zij heeft nooit herexamens gehad .

Elle n'a jamais eu de re-exams.

Het laatste jaar is slecht geweest en wij zullen de streefcijfers dus nooit halen .

L'année dernière a été mauvaise et nous n'aurons jamais les chiffres cibles.