vol

Bedeutung (Englisch)

1. full, replete
2. complete
3. whole

Konzepte

voll

satt

ganz

total

gefüllt

gesamt

schadenfroh

vollständig

fol

faschiert

völlig

Gegenteil von

leeg

Synonyme

volkomen

compleet

verzadigd

zat

volledig

gans

🪿

volslagen

heel

geheel

totaal

fol

gevuld

groot

immens

leedvermaak

plein

beladen

Übersetzungen

full

lleno

cheio

pieno

plein

ple

entier

inteiro

plenus

whole

πλήρης

pleno

total

completo

Ausgesprochen als (IPA)

/vɔl/

Etymologie (Englisch)

Geerbt von Mittelniederländisch: vol

Geerbt von Old Dutch: fol

In summary

From Middle Dutch vol, from Old Dutch fol, ful, full, from Proto-West Germanic *full, from Proto-Germanic *fullaz, from Proto-Indo-European *pl̥h₁nós.

Sätze

De schuur stond helemaal vol met spullen .

Die Scheune war voll von Dingen.

De luier zat opnieuw vol met uitwerpselen .

Die Windel war wieder voller Kot.

Het lokaal stond vol computerapparatuur.

The room was full of computer equipment.

Hij goot het bekertje vol met vloeistof .

Er goss die Tasse voller Flüssigkeit.

Deze zaken mogen worden aangekaart, ook als men zich vol overgave tegen discriminatie inzet .

Diese Angelegenheiten können angesprochen werden, auch wenn sie sich voll und ganz der Diskriminierung einsetzen.

's Ochtends zit het gras vol dauw .

Am Morgen ist das Gras voller Tau.