sterk

Bedeutung (Englisch)

Adj

1. strong, having physical strength
2. concentrated, strong, powerful in taste
3. implausible, improbable
4. (Germanic) strong, pertaining to strong verbs
5. (Germanic) strong, pertaining to strong nouns, strong declension

Noun

Ellipsis of sterkedrank.

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of sterken:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of sterken:
3. (form-of,imperative) inflection of sterken:

Konzepte

stark

kräftig

intensiv

gewaltig

mächtig

schwer

vermögend

fest

haltbar

wiederstandsfähig

befestigt

scharf

kraftvoll

sehr

heftig

energisch

vital

massiv

Synonyme

krachtig

straf

machtig

stevig

intens

geducht

zwaar

fiks

fors

robuust

potig

stoer

ferm

struis

hecht

fel

intensief

vast

nauw

massief

kras

standvastig

hard

groot

geurig

strak

geur

terdege

geconcentreerd

moeilijk

heftig

Ausgesprochen als (IPA)

/stɛrk/

Etymologie (Englisch)

From Middle Dutch starc, sterc, from Old Dutch stark, from Proto-Germanic *starkaz.

Sätze

Over het geheel genomen zijn wij sterk voorstander van hervormingen .

Insgesamt sind wir stark für Reformen.

De deksel van de kist had een sterk slot , maar we konden de scharnieren snel forceren .

Der Deckel des Sarges hatte ein starkes Schloss, aber wir konnten die Scharniere schnell erzwingen.

Wij hebben een uit vier partijen bestaande coalitie met een sterk liberale inslag .

Wir haben eine Koalition, die aus vier Parteien mit starker liberaler Auswirkungen besteht.