laten

Bedeutung

Verb

1. (copulative) to leave, to cause to remain in the same position or state
2. (auxiliary) to leave, to allow to remain/continue to
3. (auxiliary) to let, to allow to
4. (auxiliary) to cause to, to make; creates a causative phrase.
5. (auxiliary) to may, to let; forms an optative phrase.
6. (auxiliary) to may, to let; forms a cohortative phrase.
7. (transitive) to not do, to refrain from
8. (Suriname,colloquial,transitive) to leave someone, to end a romantic relationship

Noun

plural of laat (“serf”)

Mit Bindestrich als

la‧ten

Ausgesprochen als (IPA)

/ˈlaːtə(n)/

Etymologie

From Middle Dutch laten, from Old Dutch lātan, from Proto-West Germanic *lātan, from Proto-Germanic *lētaną.

Sätze

Laten we dus voor leiderschap zorgen .

Lassen Sie uns also Führung anbieten.

Laten wij die beweging ondersteunen !

Lassen Sie uns diese Bewegung unterstützen!

Iedereen weet dat de meeste banken te groot zijn om failliet te laten gaan .

Jeder weiß, dass die meisten Banken zu groß sind, um es bankrott zu machen.

Ik zal geen traan laten bij het verkopen van mijn auto .

Ich werde beim Verkauf meines Autos nicht reißen.

Laten we daarom proberen collectief te handelen .

Versuchen wir also gemeinsam zu handeln.

Laten wij een internationale dag van de slachtoffers van het terrorisme instellen .

Lassen Sie uns einen internationalen Tag der Opfer des Terrorismus setzen.

Laten we hiermee verder gaan , samen met de lidstaten .

Lassen Sie uns damit zusammen mit den Mitgliedstaaten fortfahren.

Laten wij werknemers en werkgevers de ruimte geven om tot die oplossingen te komen .

Lassen Sie uns Arbeitnehmern und Arbeitgebern den Raum geben, um diese Lösungen zu erreichen.