heel

Значение (English)

Adj

1. complete, full, whole
2. intact, unbroken, undamaged, untarnished
3. big, enormous, significant

Adv

very

Verb

1. (first-person, form-of, indicative, present, singular) inflection of helen:
2. (form-of, indicative, present, second-person, singular) inflection of helen:
3. (form-of, imperative) inflection of helen:

Synonyms

geheel

volkomen

erg

volledig

totaal

compleet

zeer

gans

🪿

helemaal

finaal

volslagen

vol

onbeschadigd

gaaf

ten volle

intact

totaliter

zonder gebreken

voluit

terdege

bijster

bijzonder

al

voltallig

uiterst

hele

groot

ganse

flink

Произносится как (IPA)

/ɦeːl/

Etymology (English)

Inherited from средненидерландский: hêel

Inherited from Old Dutch: hēl

In summary

From Middle Dutch hêel, from Old Dutch hēl, from Proto-West Germanic *hail, from Proto-Germanic *hailaz.

Предложения

U ziet dat er nog heel veel te doen is .

Вы можете видеть, что есть еще много дел.

Dat lijkt me heel belangrijk te zijn .

Это кажется очень важным для меня.

De zaak is heel belangrijk .

Дело очень важно.

We mogen en moeten daar heel blij mee zijn .

Мы можем и должны быть очень довольны этим.

Laat me dit heel duidelijk stellen .

Позвольте мне прояснить это.

De dromen waren heel vreemd .

Мечты были очень странными.

De werkelijkheid ziet er uiteraard heel anders uit .

Реальность, естественно, выглядит совсем по -другому.

Het duurt heel lang voordat de documenten binnenkomen .

Это займет много времени, прежде чем документы прибудут.