trekken

Meaning

Verb

1. (transitive) to pull, to draw
2. (transitive) to manage, to have the strength for
3. (intransitive) to migrate
4. (intransitive) to draw (to increase in flavour due to being left alone)
5. (Belgium, intransitive) to photograph, take a picture

Noun

plural of trek

Concepts

pull

draw

drag

tow

attract

haul

migrate

roam

tug

journey

wander

move

twitch

travel

allure

limp

draught

appeal

shoot

drawl

bend

draft

extract

pull down

fire

🔥

yank

carry

make a stroke

design

flinch

force

go

hail

hammer

🔨

hike

hoick

humble

humiliate

implore

induce

jerk

lessen

let down

look down

lower

lug

lure

mortify

outline

persuade

plead

pluck

press

pulling

reduce

rifle

roll out

ruin

run down

shrink

streak

take

tear

tear off

enter on

tote

trace

trail

tweak

uproot

warp

whisk away

withdraw

wreck

write down

cry down

make a draft

pull to pieces

wander about

abase

make a trip

abridge

appeal to

beg

beseech

blench

bob

brew

bring down

couch

🛋️

crush

cut up

debase

decoy

decrease

degrade

demean

demolish

deprave

destroy

diminish

discredit

downsize

drag along

draw a line

drift

drop

entice

extirpate

Synonyms

slepen

rondreizen

rondtrekken

aantrekken

boegseren

rukken

tekenen

voorttrekken

aftekenen

toelachen

op trektocht gaan

uittekenen

aanhalen

reizen

een streep trekken

lopen

bekoren

verlekkeren

aanlokken

gaan

dragen

voorbijgaan

hinken

vuren

🔥

mank lopen

er door gaan

zwerven

leggen

slecht functioneren

sleuren

schieten

kreupel lopen

paffen

te gronde richten

ten val brengen

uitroeien

varen

vellen

verderven

vereenvoudigen

verlagen

verminderen

vernederen

verootmoedigen

werken

zetten

tochten

meesleuren

trasseren

verrnietigen

afbreken

afdraaien

afgeven op

afkammen

aflaten

bezweren

bidden

🛐

draaien

dwalen

een wig slaan

een wig steken

halen

herleiden

in discrediet brengen

inkorten

inkrimpen

kleineren

kleinmaken

knijpen

laten zakken

lokken

neerhalen

neerlaten

pletten

reduceren

rijden

ruïneren

scheuren

schilderen

smeken

splijten

strijken

Hyphenated as

trek‧ken

Pronounced as (IPA)

/ˈtrɛkə(n)/

Etymology

Inherited from Middle Dutch: trecken

Inherited from Old Dutch: *trecken

In summary

From Middle Dutch trecken, from Old Dutch *trecken, from Proto-West Germanic *trakkjan, from Proto-Germanic *trakjaną (“to drag”).

Sentences

Ik ben vorige week gaan trekken in de bergen .

I went hiking in the mountains last week.

Aangezien het mij aan tijd ontbreekt , zal ik slechts één conclusie trekken .

As I do not have time, I will only draw one conclusion.

Wij moeten de conclusies trekken uit de komst van de euro .

We must take advantage of the consequences of the euro's arrival.

Ik verzoek de auteurs van deze voorstellen dan ook hun voorstellen in te trekken .

I therefore ask the authors of these proposals to withdraw their proposals.

Wij zijn tegen het uit elkaar trekken van groei en werkgelegenheid .

We mean that we are opposed to the treatment of growth and employment as two completely separate issues.

Een bekende truc om je tand te trekken is door middel van een draadje dat je aan de klink van de deur bevestigd .

A well-known trick to pull your tooth is by means of a wire that you attach to the handle of the door.