mij

Meaning

objective form of ik (“I”): me

Pronounced as (IPA)

/mɛi̯/

Etymology

From Middle Dutch mi, from Old Dutch mī, from Proto-Germanic *miz.

Sentences

Hier voel ik mij thuis .

This is where I feel at home.

Kunt u mij alstublieft antwoord geven ?

Could you give me an answer, please?

Dat gaat mij eerlijk gezegd een klein beetje te snel .

That is, in all honesty, a little too fast for my liking.

Mij werd gevraagd wat deze landen zouden verliezen .

In this case, I was asked what they stood to lose.

In de klas kon ik mij nooit concentreren .

In class, I could never concentrate.

Zou je nog een paar zinnen kunnen lezen voor mij ?

Could you read a few more sentences for me?

Ze lag in de eetkamer als ik mij niet vergis .

She was in the dining room if I'm not mistaken.

Maar kunt u mij ook zeggen waar de precieze antwoorden daarop gebleven zijn ?

Yet where are the precise answers to these questions?