liggen

Meaning

1. (intransitive) to lie; to be lying down
2. (intransitive, often) to be, to be placed or located
3. (auxiliary) Forms a continuous aspect.
4. (transitive) to be one's thing; to suit

Concepts

lie

recline

be

stand

lie down

lodge

sit

🪑

lie by

await

there be

be situated

drop

go to bed

Synonyms

zijn

gaan liggen

gelegen zijn

staan

zitten

🪑

wezen

zich bevinden

bestaan

klaarliggen

er

letterlijk

rusten

wachten

Translations

liegen

jazer

être couché

yatmak

giacere

yacer

estar deitado

echarse

être situé

iacēre

estar situado

jeure

gésir

acostarse

Pronounced as (IPA)

/ˈlɪɣə(n)/

Etymology

Inherited from Middle Dutch: liggen

Inherited from Old Dutch: liggen

In summary

From Middle Dutch liggen, from Old Dutch liggen, from Proto-West Germanic *liggjan, from Proto-Germanic *ligjaną, from Proto-Indo-European *legʰ-.

Sentences

De laars bleef in de winkel liggen .

The boot stayed in the store.

Die papieren liggen in de onderste lade .

Those papers are in the bottom drawer.

Er liggen magazines op de tafel .

There are magazines on the table.

Dat geldt ook voor de pijnpunten die er nog liggen .

That also applies to the obstacles that are still around.

Het bestek vind je in de lade en de borden liggen in de kast erboven .

The cutlery can be found in the drawer and the plates are in the cupboard above.

Ik heb nog ergens kampeermaaltijden en een kampingvuurtje liggen .

I still have some camping meals and a campfire.