even

Meaning

Adv

1. shortly, briefly
2. for a short period, for a while
3. for a moment; modal particle indicating that the speaker expects that something will require little time or effort.
4. just as, to the same degree (used with an adjective)
5. (Netherlands) quite, rather

Adj

even, opposite of odd

Concepts

equally

momentarily

so

even

likewise

as

thus

such

thereby

that

just

alike

moment

more or less

near

nearly

progressively

some

transiently

ungently

at any moment

grosso modo

abrasively

even even number

also

as well

awhile

close to

equivalently

every bit

for a while

give or take

identically

just as

loosely

Synonyms

zo

gelijk

paar

insgelijks

dusdanig

dermate

idem

gelijkelijk

zodanig

zozeer

van hetzelfde

eveneens

stel

👫

ongeveer

vervolgens

zoals

zowat

evenzo

approximatief

een moment

ruwweg

voor korte tijd

een poosje

effentjes

grofweg

als

effe

circa

daar

dus

een beetje

een paar vormend

een stuk of

eventjes

evenzeer

hoe

korte tijd

min of meer

omtrent

Pronounced as (IPA)

/ˈeː.və(n)/

Etymology

From Middle Dutch even, effen, from Old Dutch *evan, from Proto-West Germanic *ebn, from Proto-Germanic *ebnaz.

Sentences

Ik ga nog even wat water halen .

I'm going to get some more water.

Zijn die twee jongens even groot ?

Are those two guys the same size?

Sta me toe er even verder op in te gaan .

Let me just comment on a few of them.

Daarvoor moeten we even terug in de geschiedenis .

We must look into the past to find the answer to this question.

Het was mooi om te zien dat ze elkaar na al die jaren nog even graag zagen .

It was nice to see that they still loved each other after all these years.

Wacht even , ik kom dadelijk wel .

Hold on, I'll be right there.

Ik moet nog even opmerken dat we genoten hebben van het concert .

I have to say that we enjoyed the concert.

Het was even schrikken , maar dat is natuurlijk het doel van een spookhuis .

It was a bit of a shock, but that is of course the purpose of a haunted house.