aangeven

Meaning

1. (transitive) to hand, to pass
2. (transitive) to indicate, to point out
3. (transitive) to report, to notify, to declare
4. (transitive) to say, to indicate, to state, to express

Concepts

indicate

declare

show

point out

suggest

denote

register

give

manifest

denounce

motion

pass

state

hand

✋

mark

report

display

yield

spend

leak

inform

notify

provide

snitch

connote

convey

demonstrate

choose

accord

administer

afford

allow

announce

appoint

check

confer

deliver

designate

donate

elect

grant

impart

leave

opt

outline

pick out

quit

quote

spare

exit

Synonyms

aanwijzen

aanduiden

geven

klikken

aanbrengen

aanreiken

verklikken

verlenen

merken

verklaren

opbrengen

toekennen

toebrengen

tonen

declareren

een teken geven

uitduiden

tekenen

betuigen

kenmerken

wijzen

afleveren

bestellen

doorbrengen

laten zien

leveren

tentoonspreiden

toevoeren

uitwijzen

verdrijven

vertonen

vergeven

verkiezen

overgeven

aanbotsen

verlaten

aandraaien

toereiken

schakelen

afdragen

aansteken

schenken

weggeven

wegschenken

aandoen

zich stoten

doneren

uitgaan

uitkiezen

geduwd worden

Translations

angeben

anzeigen

indiquer

zeigen

andeuten

assinalar

denunzieren

zeichnen

markieren

hinterbringen

weisen

désigner

kennzeichnen

anzeichnen

déclarer

Pronounced as (IPA)

/ˈaːŋɣeːvə(n)/

Etymology

Inherited from Middle Dutch: aengeven

In summary

From Middle Dutch aengeven. Equivalent to aan + geven.

Sentences

Kan de commissaris tevens aangeven hoe die extra middelen gebruikt zullen worden ?

Can the Commissioner also say how these extra funds will be used?

Je moet de richting van je x-as en y-as aangeven met een pijltje .

You must indicate the direction of your x-axis and y-axis with an arrow.