slaan

Betekenis (Engels)

  1. (transitive) to hit, to slap
  2. (transitive) to beat, overcome
  3. (transitive) to strike
  4. (intransitive) to pulse, beat
  5. (transitive) to surround with
  6. (intransitive) to suddenly start along (of movement), to turn
  7. (transitive) to take one of your opponent's pieces

Concepten

slaan

klappen

kloppen

houwen

meppen

afranselen

opvallen

treffen

raken

geklep

geklepper

kastijding

met een stok slaan

stempelen

hard slaan

zwepen

kastijden

neerknuppelen

halen

inslaan

teisteren

gaan

kleppen

klinken

overgaan

afrossen

dorsen

aanmunten

afdrukken

zijn stempel drukken op

verslaan

beuken

verzolen

aanbellen

aflopen

beieren

bellen

galmen

luiden

schalmen

schellen

doorroeren

omroeren

roeren

aanbotsen

aanstoot geven

choqueren

geduwd worden

kwetsen

zich stoten

rammen

stukslaan

vechten

doden

munten

overmeesteren

overwinnen

oorvijgen

doorgaan

overleven

zich

erdoorheen

achterblijven

scherpen

hameren

applaudisseren

kletsen

schieten

zwiepen

dorsvlegel

tuchtigen

letterlijk

Frequentie

A2
Uitgesproken als (IPA)
/slaːn/
Etymologie (Engels)

From Middle Dutch slaen, from Old Dutch slān, from Proto-West Germanic *slahan, from Proto-Germanic *slahaną.

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Nederlands

Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " slaan " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .

Ga naar onze Nederlands cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions