il

Betekenis (Engels)

1. (masculine, singular, third-person) he (third-person singular masculine subject pronoun for human subject)
2. (masculine, singular, third-person) it (third-person singular subject pronoun for grammatically masculine objects)
3. (impersonal, masculine, pronoun, singular, third-person) Impersonal subject; it

Concepten

hij

👨

het

hem

’m

’ie

’t

zij

👩

hē

hie

hij

ie

jij

ik

Synoniemen

elle

👩

lui

le

on

1️⃣

ce

celui-là

ils

la

tu

ce type

oculus

je

he

an

année

ça

ce dernier

celui-ci

œil

👁️

œil-de-bœuf

petit ami

Vertalingen

he

👨

er

👨

él

👨

it

🇮🇹

ele

she

👩

egli

👨

lui

👨

es

ell

👨

is

αυτός

o

👨

esso

🇮🇹

Uitgesproken als (IPA)

/il/

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Middelfrans: il

Overgenomen van Oudfrans: il

In summary

From Middle French il, from Old French il, from Late Latin illī.

Zinnen

Il ne sait pas le secret .

Hij kent het geheim niet.

Il vide son verre .

Hij leegt zijn glas.

Il en devient le secrétaire particulier et conseiller .

Hij wordt zijn privé -secretaris en adviseur.

Il inscrit deux buts pour l'Autriche.

Hij scoorde twee doelpunten voor Oostenrijk.

Devenant artiste , il rajoute une particule à son nom .

Hij wordt een kunstenaar en voegt een deeltje toe aan zijn naam.

Il appartenait au groupe ethnique Krahn.

Het was van de etnische groep Krahn.