uphold

Betekenis (Engels)

1. To hold up; to lift on high; to elevate.
2. To keep erect; to support; to sustain; to keep from falling
3. To support by approval or encouragement, to confirm (something which has been questioned)

Concepten

ondersteunen

dragen

schragen

steunen

staande houden

ruggesteunen

schoren

handhaven

behouden

bergen

bewaren

conserveren

doorgaan

onderhouden

overhouden

verder gaan met

vervolgen

voortgaan

voortzetten

stutten

bekrachtigen

bevestigen

erkennen

staven

vormen

billijken

adstrueren

hooghouden

verdedigen

aanhitsen

agiteren

bijstaan

opzwepen

Uitgesproken als (IPA)

/ˌʌpˈhəʊld/

Etymologie (Engels)

From Middle English upholden, equivalent to up- + hold. Compare Dutch ophouden (“to stop, cease, hold up”), German aufhalten (“to stop, halt, detain”). Compare also Middle Low German upholt, Old Norse upphald (“uphold, support”).