assert
(Engels)
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/əˈsɜːt/
Etymologie (Engels)
From Latin assertus, perfect passive participle of asserō (“declare someone free or a slave by laying hands upon him; hence free from, protect, defend; lay claim to, assert, declare”), from ad (“to”) + serō (“join, range in a row”).
Related words
opkomen voor
van mening zijn
veraccijnzen
zich opdringen
opiniëren
doen gelden
laten gelden
vorstaan
belasting heffen op
ja zeggen
declare
say emphatically
impose upon
Sign in to write sticky notes
Begin met het leren Engels met learnfeliz .
Oefen met het spreken en memoriseren van " assert " en vele andere woorden en zinnen in Engels .