finish
Betekenis (Engels)
-
- An end; the end of anything.
- A protective coating given to wood or metal and other surfaces.
- The result of any process changing the physical or chemical properties of cloth.
- A finishing touch; careful elaboration; polish.
- A shot on goal, especially one that ends in a goal.
Concepten
beëindigen
eindigen
ophouden
stoppen
afmaken
afsluiten
einde
stilleggen
besluiten
voleindigen
afwerken
uitmaken
voltooien
finish
uitscheiden
eindstreep
meet
eind
aflopen
aflaten
volbrengen
opmaken
besluit
beëindiging
end
voleinding
wijken
opheffen
aanvullen
bijwerken
completeren
dempen
invullen
spekken
supplementeren
voleinden
volmaken
volschenken
vullen
appreteren
aantikken
opeten
slot
onderbreken
gedaan zijn
doel
objectief
uitgaan
uitlopen
uitraken
verlopen
afbreken
opbreken
staken
stelpen
stopzetten
klaarkomen met
bereiden
klaarmaken
toebereiden
verzetten
neus
piek
punt
spits
tip
top
topje
klaren
nakomen
naleven
uitvoeren
verrichten
vervullen
voltrekken
uitwerken
geheel maken
stijven
klaarspelen
afdoen
afhandelen
afkrijgen
afronden
afwikkelen
finishen
terechtkomen
vernis
voltooiing
tot stand brengen
aan zijn gerief komen
een orgasme hebben
opgebruiken
heengaan
doden
dooddoen
ombrengen
termineren
fatsoeneren
in het net schrijven
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/ˈfɪnɪʃ/
Etymologie (Engels)
From Middle English finishen, finisshen, finischen, from Old French finiss-, stem of some of the conjugated forms of finir, from Latin fīnīre, present active infinitive of fīniō, from fīnis (“end, limit, border, boundary”), possibly from Proto-Indo-European *dʰeygʷ- (“to stick, set up”) or from Proto-Indo-European *bʰeyd- (“to split”).
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Engels met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " finish " en vele andere woorden en zinnen in Engels .
Ga naar onze Engels cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes